Innovation Lab: Acuity Design

Op 20 november vindt het tweede Nederlandse erfgoed Innovation Lab plaats, een samenwerking tussen het meSch project, Digital Identities en Acuity Design. Na een succesvol eerste Innovation Lab in het Museon (Den Haag), zal Waag Society in Amsterdam de gastvrouw zijn van dit tweede lab. In de aanloop maken we kennis met de organisatoren. Alastair Sommerville van Acuity Design bijt het spits af.

 

Kun je ons iets vertellen over je achtergrond?

Ik ben begonnen in de industrie, als manager van ons familiebedrijf, een spijkerfabriek. Daarna richtte ik een bedrijf op voor het 3D scannen en printen van voorwerpen. Met dit bedrijf werkte ik in 2008 voor het eerst met musea samen. De mogelijkheid om museumobjecten te scannen en reproduceren interesseerde mij.

 

Kun je ons wat voorbeelden geven van het soort werk dat je voor en met erfgoedinstellingen hebt gedaan?

Eén van de eerste projecten met betrekking tot toegankelijkheid was in opdracht van het Schotse Parlement in Edinburgh. We ontwikkelden verschillende materialen om de toegankelijkheid van het gebouw te vergroten, zoals tactiele informatiefolders (waarbij we een nieuw printproces gebruikten) en een aantal 3D vormen die verschillende architectonische elementen van het nieuwe gebouw tastbaar maakten. Later maakten we ook 3D replica’s van de ceremoniële scepter van het parlement en informatiepanelen voor de moderne kunstcollectie.

We maken veel tactiele kaarten en diagrammen voor musea. De afgelopen periode hebben we onder andere gewerkt met het Imperial War Museum, het Natural History Museum in Londen en het Oxford University Museum of Natural History.

 

Tactiele plattegrond, gemaakt door Acuity Design voor het Imperial War Museum (foto: Acuity Design)

Tactiele plattegrond, gemaakt door Acuity Design voor het Imperial War Museum (foto: Acuity Design)

 

Wat vind je het leukst aan het werken met erfgoed instellingen en musea?

Ik hou ervan om met museumprofessionals van verschillende afdelingen samen te werken om te ontdekken welk gesprek ze met hun bezoekers willen hebben via hun presentaties. In de planningsfase gaan we vaak de zaal op, lopen we door de ruimtes en bespreken we met de medewerkers wat er simpel en duidelijk verteld kan worden.

 

Veel van je werk heeft te maken met toegankelijkheid, waarom vind je dit een belangrijk onderwerp voor erfgoedinstellingen?

Toegankelijkheid betekent dat je je openstelt voor een breder publiek. Het werk dat nodig is om het voor een speciale doelgroep mogelijk te maken om het museum te beleven en ervan te genieten, zal je museum aantrekkelijker en toegankelijker maken voor al je bezoekers. De afgelopen tijd hebben we veel gewerkt vanuit het nieuwe ontwerpprincipe van cognitieve toegankelijkheid (Cognitive Accessibility). Een belangrijk begrip hierbij is Situational Impairment. Iedereen kan iets op een zeker moment, of op een bepaalde plek, als ontoegankelijk ervaren door de complexiteit van de context. Door toegankelijkheid na te streven, maken we musea die door iedereen gebruikt kunnen worden.

 

Wat zijn de uitdagingen waarmee je musea ziet worstelen, als het over toegankelijkheid gaat?

Toegankelijkheid is een uitdaging, omdat het met zo’n grote, groeiende hoeveelheid beperkingen te maken heeft. Met een vergrijzende samenleving krijgen we te maken met steeds meer ingewikkelde behoeftes, een uitdagende combinatie van cognitieve en fysieke beperkingen die we moeten begrijpen en faciliteren. De omvang en complexiteit van het probleem zorgen ervoor dat sommige musea helemaal niets, of zeer weinig, doen om hun toegankelijkheid te verbeteren. Om te voorkomen dat ze vastlopen in de mengelmoes van vaak tegenstrijdige persoonlijke behoeftes doen ze maar niets.

 

Het geheim is dat de complexiteit van het probleem juist de oplossing is. Het blijft onoplosbaar zolang we bezoekers in categorieën indelen op basis van de beperking die ze hebben. Maar als je toegankelijkheid ziet als een middel dat meer persoonlijke gesprekken mogelijk maakt, dan kun je de uitdaging aan met de hulp van zowel personeelstraining als technologie.

 

Hoe kan technologie musea helpen om hun toegankelijkheid te vergroten?

Technologie kan zeker de toegankelijkheid verbeteren, maar we moeten onthouden dat het er niet altijd om gaat om oplossingen aan te dragen. Soms moeten we open staan voor de hulpmiddelen die mensen zelf het museum in brengen. Door de komst van smartphones kunnen veel mensen met een fysieke of cognitieve beperking nu gebruik maken van apps die hen de hulp bieden die zij nodig hebben.

We gebruiken technologie om gesprekken mogelijk te maken, maar niet alles kan altijd toegankelijk zijn voor alle soorten beperking. Soms is het onmogelijk om de juiste balans te vinden tussen de complexiteit en helderheid van je informatie voor alle bezoekers. Accepteer deze onmogelijkheid en neem ook tijd om bezoekers persoonlijk te begeleiden. Technologie kan ons helpen het aanbod op de vraag af te stemmen. Veel mensen genieten van een digitale ervaring, maar sommigen willen meer persoonlijke interactie. Een museum kan een plek zijn voor veel verschillende soorten interactie, zowel digitaal als persoonlijk.

 

Hoe maakt technologie het museum wellicht minder toegankelijk voor sommige bezoekers?

De gebruiksvriendelijkheid van sommige technologie die in musea wordt gebruikt is een probleem. Het is heel makkelijk om in een ontwerpproces verzeild te raken waarbij technologie wordt ingezet op een manier die bezoekers simpelweg niet begrijpen. Daarom is het zo belangrijk om prototypes te maken en publieksonderzoek te doen. Wij gooien in onze projecten vaak ideeën overboord, omdat ze niet goed door de testfase komen.

 

Er zijn veel museumprofessionals die de toegankelijkheid van hun organisatie belangrijk vinden, maar die door gebrek aan tijd en geld hun museum niet zo toegankelijk kunnen maken als ze zouden willen. Welk advies geef je hen mee?

Praat met je collega’s die op zaal werken en loop met hen mee. Observeer bezoekers en luister naar hun gesprekken met suppoosten en publieksbegeleiders. Een van de nuttigste trainingen die ik geef bestaat eruit dat personeel van verschillende afdelingen simpelweg door het museum loopt, waarbij ze zich concentreren op sensorische ervaringen en de informatievoorziening. Veel van de bestaande problemen en hun oplossingen zijn zichtbaar en bekend bij een deel van het personeel, sta daar voor open.

 

Op 20 november ben je één van de workshopleiders van het Innovation Lab. Je bent al bij verschillende van deze labs betrokken geweest, wat vind je het leukst aan dit werk?

Ik kijk graag naar de teams die ’s middags samen prototypes bedenken en vind het leuk hen verder vooruit te helpen. Vanuit mijn werk met toegankelijkheid probeer ik mensen altijd te helpen om iets vanuit het perspectief van de bezoeker te denken. Wat zou de bezoeker aangenaam vinden?

 

En waar kijk je het meest naar uit?

Er is een bepaalde oefening die door mij wordt begeleid, waarbij mensen worden uitgedaagd om na te denken over de manier waarop ze ideeën communiceren. Ik heb deze workshop in zowel de VS als Europa verschillende malen geleid en ik wordt altijd enthousiast over de manier waarop groepen zo snel en creatief oplossingen bedenken.

 

Het erfgoed Innovation Lab wordt georganiseerd door meSch, Digital Identities en Acuity Design en vindt plaats in de Waag, op de Nieuwmarkt in Amsterdam. Er zijn nog enkele kaarten beschikbaar voor deze eendaagse workshop op 20 november.