Samen leren bij Science Center NEMO – Een onderzoek naar intergenerationeel leren
Deze gastblog is geschreven door Soraya Khushi Pasha, vierdejaarsstudent aan de Reinwardt Academie.
Hoe zorg je er als museum of erfgoedinstelling voor dat volwassenen en kinderen beiden informatie tot zich krijgen én hierover in gesprek gaan met elkaar? Voor mijn afstudeeronderzoek heb ik onderzoek gedaan naar intergenerationeel leren. De kern van mijn praktijkonderzoek was een observatiestudie naar de interactie tussen ouders/begeleiders en kinderen bij NEMO’s (relatief) nieuwe exhibit, ”Onderzoek als een wetenschapper”. In dit artikel presenteer ik twee belangrijke aanbevelingen uit mijn onderzoek. Aan de hand van concrete voorbeelden, kan het samen leren tussen volwassene en kind eenvoudig gestimuleerd worden.
Intergenerationeel leren
Bij intergenerationeel leren staat de uitwisseling van gedachten en ervaringen tussen volwassene en kind centraal. Zij werken samen om tot oplossingen te komen en gaan in gesprek over hun ideeën en gevoelens. Zij leren niet alleen met elkaar, maar ook van elkaar. Er is veel onderzoek gedaan naar intergenerationeel leren door onder meer David Kolb, Annemarie Vels Heijn, Stephanie Downey, Amanda Krantz en Emily Skidmore.
Kinderen hebben een totaal andere blik op de wereld dan volwassenen. Dit geldt dus ook voor de manier waarop zij naar kunst en museumobjecten kijken. Volwassenen hebben over het algemeen meer achtergrondkennis. Het mooiste is als deze verschillende inzichten met elkaar gedeeld worden. Leren en ontwikkelen doe je je hele leven lang, het delen van ideeën en ervaringen tussen verschillende leeftijdsgroepen is hierbij belangrijk om diverse perspectieven te verkrijgen. Zowel ouderen als kinderen hebben voordeel bij de uitwisseling van ideeën.
Om dit te kunnen bereiken, moet er wel voor een passende omgeving en sfeer gezorgd worden. Er gebeurt in musea al veel om intergenerationeel leren te stimuleren, maar het gewenste effect blijft vaak uit. Dit blijkt ook uit de exhibit die ik tijdens mijn casestudy in NEMO heb onderzocht. Het doel van de exhibit was overleg tussen ouder en kind over het doen van experimenten aan de hand van begeleidende teksten. Deze werden echter niet tot nauwelijks gelezen.
Casestudy NEMO
Senior Projectmanager Educatie, Rooske Franse, vroeg zich af hoe gezinnen zich gedragen in de exhibit ‘’Onderzoek als een wetenschapper’’. Deze exhibit is anders dan de anderen in NEMO, omdat er meer inhoudelijke uitleg op tekstborden gegeven wordt. Op een tafel staat een rechthoekige, schuin aflopende bak met een scheiding in het midden. Naast de bak staan vier cilinders van diverse grootte, massa en gewichtsverdeling. Bezoekers worden aangemoedigd om te bedenken welke cilinders sneller naar beneden rollen en waarom. De vraag was of gezinnen voldoende gestimuleerd worden om de informatie op de tekstborden tot zich te nemen én hierover in gesprek gaan.
Om dit te onderzoeken heb ik een observatiestudie uitgevoerd. Daaruit kwam naar voren dat bij een groot aantal van de 50 geobserveerde gezinnen de tekstborden bijna niet gelezen werden. Er konden drie verschillende vormen van interactie worden onderscheiden. Bij de eerste vorm hadden de begeleiders vooral een sturende rol. Deze keken toe terwijl de kinderen samenwerkten. Zij probeerden de kinderen wel in meer of mindere mate te laten nadenken over het experiment, bijvoorbeeld door vragen te stellen. Ook bleek dat kinderen vooral geïnteresseerd waren in het handelen, maar niet in de theorie erachter. De tweede vorm was dat volwassene en kind een soort ‘wedstrijdje’ deden, waarbij zij alleen de handelingen uitvoerden om te zien wie de snelste cilinder gekozen had. Bij de derde vorm van interactie gaat het om gezinnen die heel actief bezig waren, samen overlegden zij wat er gebeurde. Wanneer de tekstborden gelezen werden, gebeurde dit voornamelijk bij de laatste groep. In de diagrammen hieronder zijn een aantal resultaten te zien uit de casestudy NEMO.
Hieruit blijkt dat bezoekers, voornamelijk de kinderen, vooral geïnteresseerd zijn in het fysiek handelen, maar meestal niet in de theorie erachter. Begeleiders proberen regelmatig het kind beter te betrekken en te laten nadenken over wat ze aan het doen zijn. Hoe zouden we met technieken voor intergenerationeel leren kinderen inhoudelijke bijdragen kunnen laten leveren?
Aanbevelingen
Er zijn verschillende aanbevelingen te geven om zowel volwassene als kind actief te betrekken bij informatie die op tekstborden staat en om hen te stimuleren in gesprek te gaan op een inhoudelijk niveau. Ik geef deze basistips als uitgangspunt om intergenerationeel leren in musea bevorderen, met enkele concrete voorbeelden.
1. Spreek de twee verschillende doelgroepen beiden actief aan
Het gaat hierbij om de groepen volwassenen én kinderen. Houd rekening met de diverse leerstijlen, kennisniveaus en ervaringen van bezoekers. Vooral wanneer het gaat om bezoekers van diverse leeftijden, kan de kennis over bepaalde onderwerpen erg verschillen.
Gebruik actieve aanspreekvormen, zodat de aandacht van volwassene én kind getrokken wordt. Dit is vooral relevant wanneer het gewenst is dat beide partijen in gesprek gaan over een inhoudelijk aspect. Een manier om dit te bereiken is door prikkelende borden of illustraties te plaatsen, zoals:
– Een bord met ‘Ouders lees dit!’. Hierop staat een soort korte ‘handleiding’ over hoe de ouder/begeleider het gesprek kan aangaan met hun kind(eren).
– Een bord voor de kinderen met een aantrekkelijke titel, bijvoorbeeld ‘Slimmer zijn dan je ouders? Lees snel mee!’. De nieuwsgierigheid van het kind wordt geprikkeld om zelf initiatief te nemen om te lezen.
Uit de casestudy NEMO is gebleken dat het niet werkt als beide partijen niet actief en duidelijk aangesproken worden. Van de 50 geobserveerde gezinnen, werd de tekst door 62% van de volwassenen niet gelezen en zelfs 92% van de kinderen schonk hier geen aandacht aan. Kinderen lezen over het algemeen minder in musea dan volwassenen, een exhibit moet dan ook zo zijn ingericht dat kinderen bijvoorbeeld fysiek bezig zijn terwijl de ouders of begeleiders lezen. Vervolgens kan er een combinatie gemaakt worden tussen voorkeursgedrag van kinderen (handelen zonder lezen) en volwassenen (passiever handelen, lezen en beschouwen). De tabel hieronder komt uit de casestudy NEMO, over de interactie tussen ouder en kind tijdens het experiment.
2. Verdeel de informatie
Wanneer beide partijen een deel van de informatie tot zich krijgen, stimuleert dit het onderlinge gesprek, omdat zij deze gedachtes met elkaar moeten uitwisselen. Hierbij winnen zij door samenwerking een gezamenlijk doel. Dit gebeurt niet altijd vanzelf, bezoekers hebben soms een uitnodiging nodig om inhoudelijk met elkaar in gesprek te gaan. Ontwerp het programma of de activiteit zodanig dat beide partijen zich afzonderlijk van elkaar aangesproken voelen én gestimuleerd worden.
Houdt er rekening mee dat kinderen in musea minder lezen dan volwassenen, de informatie moet dus op een andere, spannende manier gepresenteerd worden dan alleen op tekstborden. Bijvoorbeeld een filmpje dat zich richt op kinderen, of een draaitafel waarbij je handmatig aan een hendel moet draaien zodat de tekst als het ware omhoog scrolt. Dit kan zelfs al op kleine schaal gerealiseerd worden, zoals met een puzzel of speurtocht waarbij sommige onderdelen specifiek gericht zijn op kinderen en andere onderdelen op volwassenen.
Kortom: Spreek iedereen aan!
Wanneer je je museum interessanter wilt maken voor diverse (intergenerationele) groepen, met name gezinnen, is het dus erg van belang dat alle betrokken partijen worden aangesproken. Zorg voor een splitsing in de informatievoorziening. Dit kan op heel simpele manieren gedaan worden, zoals dat je activerende borden neerzet in plaats van puur informatieve borden. Houdt vanaf het begin van het ontwerpproces rekening met het feit dat volwassenen en kinderen anders bewegen, zoeken, denken, kijken en ervaren.
Voor meer informatie rondom intergenerationeel leren, zie deze artikelen:
https://www.yumpu.com/nl/document/view/20390498/intergenerationeel-leren-in-het-museum-gelders-erfgoed
-> PDF Artikel van Annemarie Vels Heijn, waarin zij niet alleen reflecteert op intergenerationeel leren, of family learning, maar ook concrete voorbeelden geeft. Aanrader!
http://www.randikorn.com/docs/Parental_Role_Children_Museums.pdf
-> PDF Artikel van Stephanie Downey, Amanda Krantz en Emily Skidmore. Over de rol van ouders in kindermusea, met voorbeelden, resultaten en valkuilen.
http://www.thesis.nl/testen/kolb/
-> Kolb en zijn theorie over verschillende leerstijlen is erg relevant wanneer je onderzoek doet naar het leren tussen mensen van diverse leeftijden.