Het geheim van samenwerken met kinderen
De Walace Collection in Londen zal bij velen bekend staan als een tamelijk traditioneel museum. Veel kunst, weinig uitleg en fluisterende bezoekers met parelkettingen dan wel leesbrillen. Dat dit museum ook een heel ander gezicht heeft blijkt uit de tentoonstelling ‘Shhh… it’s a secret!’ gemaakt in samenwerking met twaalf scholieren van een lokale basisschool. Ik hoorde over dit project tijdens een conferentie over Co-curation dat ik bijwoonde in het Science Museum in Londen. Niet alleen was een educatief medewerker van het museum aanwezig, maar ook twee van de deelnemende scholieren zaten aan de discussietafel. En dat kenmerkte direct het project. De kinderen waren niet aanwezig om even snel te bevestigen dat ze het ‘heel leuk’ hadden gevonden en een suffe vraag uit het publiek over hun favoriete object te beantwoorden. Nee, zij hadden de tentoonstelling gemaakt samen met het museum en dus gaven ze samen een presentatie over het project, het samenwerkingsproces en het succes van de uiteindelijke tentoonstelling. En elke vraag uit het publiek werd door alle drie de sprekers individueel beantwoord.
Uit de presentatie (waar menig ‘groot mens’ nog een puntje aan kan zuigen) bleek dat het hele project in het teken had gestaan van samenwerking en gelijkwaardigheid. En dat betekende niet alleen dat de kinderen het thema en de objecten kozen, maar ook dat zij verantwoordelijk waren voor een deel van de fondsenwerving, meeschreven aan de persberichten en de museumgidsen trainden. Iedereen die ooit in een groep heeft moeten samenwerken weet dat het een uitdaging is om twaalf neuzen dezelfde kant op te houden. Het kinderpanel was echter geen extra aanvulling van het tentoonstellingsteam, zij waren het tentoonstellingsteam. En als zodanig werden zij onderverdeeld in een team verantwoordelijk voor de interpretatie van de objecten, een financieel team, vormgevers en een marketing & pers afdeling.
Natuurlijk gingen er ook dingen mis. Zo vertelde de kinderen hoe ze, toen ze opweggestuurd werden met rolstoelen om de toegankelijkheid van het museum te testen, verzeild raakten in een fictief riddertoernooi en hun eigenlijke opdracht even uit het oog verloren. En soms hadden ze gewoon zin om te spelen in plaats van eindeloos te vergaderen over een tekst of de objectkeuze. Samen met kinderen een tentoonstelling maken kost tijd. Heel veel tijd zelfs, volgens de educatief medewerkster. Maar het project leverde het museum ook onverwachte successen op. Niet alleen kreeg de tentoonstelling veel media-aandacht. Het museum gaf toe dat de kinderen een veel ‘volwassener’ kindertentoonstelling afleverden dan het museum zelf geproduceerd zou hebben. De educatief medewerkster vertelde dat tijdens de eerste brainstormsessies, toen er nog niet besloten was om met kinderen te werken, thema’s als Monsters, en Dieren in de Kunst over tafel waren gegaan, terwijl de kinderen uiteindelijk kozen voor een tentoonstelling over de verborgen verhalen van museumobjecten. Het werd geen tentoonstelling met primaire kleuren en grappige illustraties, maar een verzorgde tentoonstelling waarin voor de bezoeker niet alleen veel te zien, maar ook veel te doen was. Uiteindelijk waren sommige leden van het team zo enthousiast dat ze betrokken wilden blijven bij het museum. Zij zijn nu een nieuwe generatie kindergidsen aan het opleiden. Het museum is in gesprek met de middelbare scholen waar de kinderen binnenkort naartoe zullen vertrekken om te kijken of de samenwerking ook na die overstap in stand kan blijven.
Wat ik zo inspirerend vind aan dit project is dat het door alle partijen ontzettend serieus is genomen. Het was geen marketingstunt of een leuk project om sponsoren tevreden te houden. Het was een volwaardige samenwerking tussen het museum en een groep kinderen. Het bracht nieuwe doelgroepen en een frissen wind door een imposante, maar weinig dynamische collectie. Maar bovenal was het een project dat voor alle partijen even leerzaam, spannend, interessant en belonend was.
De tentoonstelling Shhh… It’s a Secret! was van 4 februari tot 28 maart 2010 te zien in de Wallace Collection in Londen.
Inspiratie voor dit artikel kwam van de conferentie Co-curation and the Public History of Science and Technology, dat van 22 t/m 24 oktober werd gehouden in het Science Museum, Londen.