Take pART – jongeren aan zet in het Dordrechts Museum
Onlangs mocht ik een presentatie geven tijdens de Interactive Storytelling Meetup Rotterdam. De andere spreker die avond was Emmeline Nijsingh medewerker Educatie en Publieksbegeleiding bij het Dordrechts Museum en bedenkster van het jongerenprogramma Take pART.
Ik volg Take pART al een tijdje en elke keer weet het me weer te verrassen. Net als haar bekendere zusje, Blikopeners van het Stedelijk Museum, werkt Take pART elk jaar met een nieuwe groep jongeren (tussen de 14 en 18 jaar), de derde lichting is onlangs van start gegaan. Zowel de doelstellingen als de uitwerking van Take pART vind ik uitdagend en spannend, want hoewel de basis elk jaar hetzelfde is, durft Nijsingh het aan om telkens een compleet nieuw programma neer te zetten.
Meerwaarde voor iedereen
Take pART streeft drie doelen na, die samen het best omschreven kunnen worden als: meerwaarde creëren voor iedereen.
In de eerste plaats, wil het museum meer jonge mensen van de middelbare schoolleeftijd over de vloer. En hoewel dit een belangrijk doel is, is het museum op dit vlak ook zeer pragmatisch. Natuurlijk is het aanlokkelijk om het succes van een publieksproject te beoordelen op basis van het aantal bezoekers dat je hebt weten te bereiken. Knalharde cijfers doen het goed in de verantwoording naar subisideverstrekkers, maar helpen ook om intern steun voor een project te krijgen. Toch zijn bezoekersaantallen lang niet altijd de beste maatstaf. Een nieuwe doelgroep bereik je niet in een jaar, of twee. Het uitbreiden van de jongerendoelgroep kost tijd, zeker voor een museum dat daarnaast ook haar traditionele publiek wil blijven bedienen. Er wordt dan ook geen gigantische stijging van het aantal jonge bezoekers verwacht, maar het museum streeft naar een geleidelijke, duurzame toename over meerdere jaren.
Het tweede doel van Take pART is om een plek te creeëren voor jongeren om talenten te ontwikkelen die misschien buiten het onderwijscuriculum vallen. Door deelname aan het programma leren Take pARTners de museum- en kunstwereld kennen en ontwikkelen ze algemene vaardigheden op het gebied van organisatie en communicatie.
Het derde, en in mijn ogen zeker niet het minst belangrijke doel, is om als museum van de Take pARTners te leren. Hoe kijken ze naar kunst, hoe praten ze over de museumcollectie? Wat vinden ze leuk en interessant? Waarvan zouden ze meer willen zien? Nijsingh werkt hierbij vanuit de overtuiging dat er geen ‘goede’ en ‘foute’ manieren zijn om kunst te benaderen en dat het belangrijk is om dit aan (potentiële) bezoekers duidelijk te maken. Door ieder jaar een nieuw programma te ontwikkelen, worden niet alleen de Take pARTners geactiveerd om hun eigen draai te geven aan het museumbezoek, maar wordt ook het museum zelf steeds opnieuw uitgedaagd om de eigen grenzen te verleggen en kritisch te kijken naar de manier waarop het zelf impliciet en expliciet over zijn collecties communiceert. Hierbij reikt de impact van Take pART van het o zo belangrijke eerstelijnspersoneel (suppoosten, publieksbegeleiders en kaartjesverkopers), tot de mensen die verantwoordelijk zijn voor tentoonstellingen en programmering.
Saaie boel
Het Dordrechts Museum is een gemeentelijk museum met een belangrijke collectie van met name schilderkunst. Interessant aan deze collectie is dat het een zeer lange periode bestrijkt, van klassiek tot eigentijds, en veel werken een link hebben met Dordrecht. Het museum heeft dus een spannende collectie, misschien wel het soort collectie waar veel mensen aan denken bij het woord ‘museum’, maar tevens een collectie die door jongeren al snel als ‘saai’ kan worden bestempeld. Dit vindt Nijsingh echter absoluut geen probleem, ze lijkt het eerder als een positieve uitdaging te zien. Take pARTners moeten solliciteren naar een functie en Nijsingh let bij de selectie niet alleen op de persoonlijke motivatie, maar doet ook haar best om een divers team samen te stellen. Op de vraag of ze ook wel eens negatieve reacties van jongeren kreeg, zei ze stralend: “O ja! Die vind ik het leukst. Jongeren schrijven soms dat ze het museum hartstikke stom vinden en het helemaal anders willen doen. Kom maar, denk ik dan. Van jou kunnen we veel leren.”
Een huis in het museum en klikken met kunst
Ieder jaar heeft het Take pART programma zowel digitale als fysieke uitkomsten. In het eerste jaar wilden de Take pARTners de in hun ogen sterile museale omgeving onder handen nemen. Kunst heeft een context nodig, vonden ze, het liefst een die minder intimiderend is dan grote lege museumzalen. Zo ontstond het kunstenaarshuis middenin het museum. In het huis woonde een fictief personage die overal om zich heen kunst had verzameld, van woonkamer tot badkamer en van keuken tot studio. Bezoekers konden door het huis dwalen, op de bank gaan zitten, of zich op het bed nestelen om de kunstwerken in zich op te nemen. Wie wilde kon een audiotour meepakken die door de jongeren was ontwikkeld.
De groep uit 2016 ging aan de slag rond de vraag: Wat is jouw klik met kunst? Ze kozen allemaal een object uit de collectie waar ze een ‘klik’ mee hadden. Die klik kon positief zijn, maar kon ook bestaan uit het feit dat ze boos werden van het werk, of er juist helemaal niks aan vonden. Op basis van hun eerste klik werden ze gekoppeld aan een kunstenaar of expert met wie ze samen werkten aan een reactie op ‘hun’ kunstwerk. Er werden foto’s en schilderijen gemaakt, maar ook installaties die fysieke objecten, geur en Facebook gebruikten. Er werd zelfs een theeblend gemaakt die bij een bepaald kunstwerk gedronken kon worden. Tijdens zogenaamde takeovers deelden de Take pARTners hun werk met bezoekers en geïnteresseerden, maar ze maakten ook een multimediaguide die bezoekers uit moest dagen om op zoek te gaan naar hun eigen klik met kunst.
De kwaliteit en diversiteit van deze projecten tonen in zekere zin al het succes van dit programma, maar de vraag blijft hoe de impact van dergelijke projecten concreter gemeten zou kunnen worden. Hoe stel je meetbare doelen aan het begin van een project waarbij je als museum een deel van de controle uit handen geeft? Hoe meet je de uitkomsten van ‘zachte’ doelen als institutionele veranderingen en persoonlijke ontwikkeling en wanneer spreek je in zo’n geval van goede resultaten? Een belangrijke vraag die hiermee samenhangt is hoe je een situatie kunt creëren waar risico’s genomen kunnen worden en waar een project kan groeien en rijpen? k hoop dat Take pART een vast programmaonderdeel zal blijven bij het Dordrechts Museum. Daar worden we namelijk allemaal beter van.