Behoudseducatie: Aaien voor behoud
Normaal is een opgezette vos of ree zelden een publiekstrekker, maar in het Natuurmuseum in West-Terschelling weten ze het publiek te boeien. Er is geen multimediale show omheen gebouwd, de dieren praten noch bewegen en er staat geen museumdocent naast. Waarom de mensen toch zo enthousiast zijn?
De dieren kunnen aangeraakt worden! Gebiologeerd staat een meisje van een jaar of vier oog in oog met een ree, terwijl ze het beestje voorzichtig over zijn neus aait. Sommige ouders houden hun kinderen angstvallig weg bij de dieren, omdat ze denken dat aanraken verboden is. Maar de meeste moeders en vaders grijpen de kans aan om samen met hun kinderen de ‘wilde’ dieren eens goed te bestuderen. De dieren staan niet achter glas, maar wel op een kleine verhoging. Er is geen bordje met ‘aanraken mag’ te zien, maar het wordt ook niet verboden. Deze vorm van presentatie getuigd van respect voor de bezoeker. De bezoeker krijgt de (mede) verantwoordelijkheid voor het behoud van de collectie én in dit geval van de natuur. De bezoeker moet zelf bepalen wat wel ‘mag’ en wat niet, een subtiele vorm van behoudseducatie. Gaat dit ten koste aan het respect voor de collectie? Zeker niet. De opgezette reeën en konijnen zijn vervangbaar en de meerwaarde voor het publiek is enorm. Het blijkt dat er goed over deze presentatievorm is nagedacht: de egel en het reeënkalf zitten onder een plexiglazen stolp. Zij kunnen niet geaaid worden, want ze zijn te kwetsbaar of zeldzaam. Je collectie kun je op vele manieren ‘behouden’. En educatie hoeft niet altijd duur te zijn.