Vraag het een conservator – #AskACurator dag
14 september 2016 was #AskACurator dag. Vraag het een conservator. Een dag waarop musea over de hele wereld via social media (vooral Twitter) in gesprek gaan met wie maar wil. Vraag maar raak! Het overgrote deel van de dag was ik druk met publieksonderzoek op het Museumplein, maar het begin en eind van de dag heb ik mee kunnen pakken.
Nog voor negenen begon het voor mij. In de trein, onderweg naar het werk, raakte ik aan de praat met twee musea in Australië. Het MAAS – Museum of Applied Arts & Sciences (waaronder het befaamde Powerhouse museum) in Sydney en het Migration Museum in Adelaide hadden de dag er al bijna op zitten. Het MAAS gaf gedurende de dag elk uur een andere conservator het roer. Ik sprak met conservator Anne-Marie Van de Ven die speciaal voor de Nederlanders een foto opdiepte van een kopie van het tijdschrift Wendingen. De conservator van het Migration Museum vertelde hoe ze een eerder ongedocumenteerde oogdouche uit de archeologie collectie kon verbinden met een oogaandoening in het Destitute Asylum. Uit beide gesprekken bleek de passie van de conservator voor haar vak: Het najagen van een aankoop, het oplossen van een puzzel.
Ondertussen meldden onder andere het Prinsenhof, Rijksmuseum, Zaans Museum en Escher in het Paleis dat ze er klaar voor zaten. Ook in Nederland ging Ask A Curatordag echt van start. In totaal hadden 27 Nederlandse musea en aanverwante organisaties zich aangemeld, al leken ze niet allemaal actief aan de dag deel te nemen. Ik heb alleen op Twitter naar hun activiteiten gekeken en slechts een klein deel van de musea heeft daar van te voren of gedurende de dag gezegd dat ze deelnamen. Historisch Museum Ede spant hierbij de kroon. De laatste tweet van dit museum is van februari 2016. In de korte biografie wordt nog reclame gemaakt voor een tentoonstelling die in 2015 sloot. Zo zie je maar, social media lijken vluchtig, maar laten wel voor langere tijd een voetafdruk na. Ook als je er geen aandacht meer aan besteedt. De musea die wel actief meededen pakten het verschillend aan. Sommigen kondigden enthousiast hun deelname aan, maar er gebeurde gedurende de dag bar weinig. Ik stel me zo voor dat de aangewezen conservator, soms bij naam genoemd, zacht snikkend achter zijn of haar bureau zat: geen vragen! Bij het Mauritshuis moet een interne variant van 2 voor 12 gespeeld zijn. Regelmatig ging men op jacht naar antwoorden en werden die enige tijd later gedeeld. Het schept een beeld van een dynamische instelling, waar de afdeling marketing weliswaar stevig de touwtjes in handen heeft, maar waar ze wel de conservatoren weten te betrekken bij sociale media activiteiten. Bonus punten voor Escher in het Paleis, dat uitpakte met korte filmpjes van de conservator die ‘live’ antwoord gaf op vragen.
Toch bleef het bij Nederlandse musea grotendeels stil. Hoe kwam dit? Was de lijst niet up-to-date en deden er eigenlijk veel minder musea mee? Was er simpelweg geen tijd? Het Amsterdam Museum opende vandaag een tentoonstelling, dus ik kan me voorstellen dat men druk was met andere zaken. Werd deelname te veel gedragen door de afdeling marketing en waren conservatoren niet direct betrokken? Zij zijn toch elk jaar weer de helden van Ask A Curatordag. Was er sprake van een taalbarrière en wisten we het Nederlandstalige publiek niet te bereiken? Ik weet het niet en lees graag in de reacties wat jij denkt.
En, wellicht ter inspiratie voor volgend jaar, dit zijn momenten waarop het volgens mij heel erg goed ging:
1. Musea waar conservatoren aan het roer mochten zitten, maar steun kregen van de afdeling die doorgaans de social media beheert.
Je kunt niet verwachten dat iemand ineens een ander medium machtig is, maar de kracht van Ask A Curator is juist dat musea hun menselijke gezicht laten zien. Er is dus in eerste instantie een nauwe samenwerking nodig tussen conservator en marketing medewerker, maar zorg dat de persoonlijke passie en kennis centraal staan.
2. Musea die zelf de hashtag #AskACurator in de gaten hielden en niet wachtten op een vraag die direct aan hen gesteld werd.
Er zijn een aantal hele mooie algemene vragen de revue gepasseerd, waar je als conservator een persoonlijk antwoord op kan geven. Deze vond ik bijvoorbeeld interessant: “If you could rewrite “No Touching” signs to better reflect your feelings/get people to pay attention, what would they say? #AskACurator”
3. Musea die het onderwerp waar ze het over wilden hebben kaderden op een manier die betekenis heeft voor de mogelijke vragensteller.
Dat kan op een hele grappige manier, zoals het Center for Meteorite studies deed: “Pick a number between 1 and 1200 and we’ll reply with what #meteorite it is from our collection!” Maar het kan ook een stuk serieuzer, zoals het American History Museum liet zien: ze vroegen of mensen iets wilde weten over de rol van vrouwen in de Eerste Wereldoorlog. In de foto hierboven zie je een aantal vragen die ze naar aanleiding van deze oproep kregen. Het is niet makkelijk om dat snijpunt te vinden van relevantie voor het museum en relevantie voor de vraagsteller, maar probeer het specialisme van een conservator te presenteren op een manier die mensen die misschien niks met dat onderwerp hebben kunnen snappen, of waar ze zelfs enthousiast van worden.Ik ben erg benieuwd wat de musea er zelf van vonden. Was het een deceptie omdat er geen vragen kwamen? Was het de moeite waard? Of ben je nog op zoek naar een manier die goed werkt en meer betrokkenheid genereert?
Laat hieronder een reactie achter, of praat mee op LinkedIn.